woensdag 27 november 2013

Gebruik digitale borden

Een dag aan de slag over digitale borden. Een nuttig onderwerp. Er wordt in het onderwijs veel met deze borden gewerkt. Maar ik ben heel erg op zoek naar hoe het bord "interactiever" ingezet kan worden. Voor deze bijeenkomst waren al een aantal documenten beschikbaar over dit onderwerp. Publicaties van bijvoorbeeld Beauchamp, Lynn Voogt, Petra Fisser en Kennisnet. Koos heeft uit deze publicaties een aantal dingen aangehaald en dit met ons gedeeld:

Je kan grofweg onderscheid maken tussen instrumenteel gebruik van je bord en intentioneel gebruik.
Instrumenteel gebruik is het inzetten van het bord omdat je het hebt.
Intentioneel gebruik is het inzetten van de verschillende mogelijkheden die het bord je bied, als dit een betere les als resultaat heeft. Als de kinderen beter hierdoor beter kunnen leren.

Beauchamp deelt de digibord-gebruikers in in 5 fases. Don Zuiderman (docent aan de hogeschool Utrecht) legt dit heel mooi in zijn filmpje uit:

De eerste fase (substitutiefase) is een hele herkenbare. Bij een van de scholen waar ik mijn stage liep, was het eerste smartboard opgehangen in de koffiekamer. Dan konden verschillende leerkrachten het bord gebruiken. Maar hierdoor werd het vooral als bioscoopscherm ingezet. Maar ook als je als leerkracht voor het eerst een smartboard in de klas hebt, is het logisch dat je begint met erop te schrijven. Want dat is een onderdeel van je didactiek. Je schrijft dingen op het bord die de kinderen dan kunnen lezen.

Nu kan het zijn dat je uit intrinsieke motivatie, door studiedagen, of door voorbeelden die je ziet van anderen je verder gaat ontwikkelen op het gebied van smartboarden. En dan stijg je in deze fases.
Als school is het goed om na te denken over hoe je smartboarden gebruikt in de les, en dat er tijd wordt vrijgemaakt om je in de mogelijkheden te verdiepen. Om een bord optimaal te gebruiken, moet je eerst erachter komen wat er allemaal mogelijk is, en hoe je dat voor elkaar krijgt. Het algemene beeld is dat hierin vaak verwacht wordt dat de leerkracht dit in zijn eigen tijd moet ontwikkelen. En ik kan me wel in dat beeld vinden.

Filmpjes van leraar24

Koos heeft ons vertelt over de kijkwijzer van kennisnet. Dit is een meetinstrument waarmee je een digibord les beoordelen. Deze is niet bedoelt voor een beoordelingsgesprek, maar om als reflectiemiddel te gebruiken. Een coach of collega is hiermee in staat om de les te analyseren en daarna in gesprek te gaan over hoe de les verandert / verbetert kan worden.

Daarom ben ik met Tom aan de slag gegaan met het bekijken van een aantal filmpjes van leraar24 over dit onderwerp. Wij hebben bekeken:
Na het bekijken van de filmpjes zijn we met Marjon en Jonathan hierover in gesprek gegaan. Annelies had hiervoor een leuke werkvorm; de placemat. (ons resultaat zie je hiernaast).

De dingen die mij en Tom opvielen kwamen redelijk overeen met de andere twee. Veel van de lessen zijn veredelde klassikale instructies. Het bord wordt door de leerkracht gebruikt om zijn verhaal te versterken. Dat is niet verkeerd. Je zet veel sneller een filmpje in tijdens je instructie dan als je eerst de videokar nog je lokaal in moet halen, de videoband naar de goede plek spoelen, etc. Ook als kinderen met het bord mogen werken, kan dit het leren ten goede komen. Maar het veranderd niet veel aan de manier van lesgeven. De leerkracht en/of een leerling is interactief bezig. En de andere leerlingen zijn inactief. En veel van de dingen die de kinderen mogen doen (schrijven, mindmap maken, geodriehoek verplaatsen) kunnen de kinderen ook zonder het digibord. Daarbij wordt in veel van deze filmpjes aangegeven dat de kinderen het leuk vinden om met het digibord les te krijgen. Maar deze "gadget-factor" is er na een tijd ook van af.

Opdracht:  bedenk een digibordles

In de middag gaan we aan de slag met het zelf ontwerpen van een digibord-les. Hierin worden we geacht een deel te hebben waarbij de leerkracht voornamelijk het digibord gebruikt, en een deel waarin de kinderen actief met het digibord zijn. Ik heb daar met Tom en Mark een plan op bedacht, en dat hebben we visueel weergegeven in een mindmap.
Het eerste gedeelte van de les is het activeren van de voorkennis over het onderwerp (sinterklaas). De kinderen doen actief mee, en de leerkracht gebruikt het bord om het een en ander op te schrijven en met plaatjes te verduidelijken.

Om het tweede gedeelte, de interactiviteit te creëren, hebben we gebruik gemaakt van een app waarmee je vanaf een andere computer, tablet of ipod/iphone gele briefjes naar de computer kunt sturen. Hierdoor kunnen alle kinderen input geven ,op hun eigen niveau, en wordt dit allemaal zichtbaar op het smartboard. Er is de mogelijkheid om kinderen of de leerkracht deze blaadjes te laten sorteren. Het programma dat we hiervoor gebruiken heet Sticky Brainstorming

Aan het einde heeft koos ons nog kennis laten maken met twee programmaatjes.

  • Proconnect van Prowise. Je kan met elk device meedoen met een aantal activiteiten op het digibord, en er zitten een aantal leshulpen in. Deze software werkt op alle systemen, en wat het aantrekkelijk maakt voor het onderwijs: je kan met een gratis account al een hoop.
  • Reflector Een manier om je computer als Apple-TV te laten fungeren. Voordeel ten opzichte van Apple-TV is dat het programma meerdere ipads/ipods kan laten zien op je scherm. Nadeel, niet geheel beeldvullend.

Wat neem ik mee over dit onderwerp?
Ik hoopte vandaag dingen te leren over interactiviteit. Hoe ik mijn lessen met het digibord interactiever kan maken, en ook hoe ik andere collega's hierbij kan helpen. Conclusie van deze dag is dat de software voor de interactiviteit zorgt, en dat de touchfunctie vaak niet noodzakelijk is. Een nuttige zin die vandaag voorbij kwam: "Gebruik je digibord omdat het zinvol is, gebruik het anders niet."

Ook nuttig vond ik om te horen dat Lynn Voogt een aantal factoren beschrijft die de intentie hebben om digiborden te gebruiken door leerkrachten te vergroten:
  • weten dat kinderen beter kunnen leren als je een digibord inzet.
  • het gevoel hebben dat het nut heeft.
  • er graag mee willen werken.
  • het gevoel krijgen dat het lukt.
  • voorbeelden van andere die je aanzetten tot ontwikkeling
En daaromis het belangrijk dat er op school tijd is voor warme overdracht waarin collega's voorbeelden laten zien, en tijd om gezamenlijk de kennis over de digiborden te verbeteren. Dit past perfect in studiemiddagen.

Bij Apple heeft iemand mij wel eens vertelt dat de touch functie bij digiborden gaat verdwijnen, en dat we gewoon TV schermen krijgen die laten zien wat jij op je computer/tablet/telefoon/ipod doet. Ik zei altijd dat ik toch mijn Smartboard heel fijn vond, maar ik ben na vandaag het er iets meer mee eens. Een dag die me aan het denken heeft gezet, en zeker ook dingen geleerd. Maar ik denk dat ik niet met deze specialisatie verder aan de slag ga.

woensdag 20 november 2013

Coaching

We spreken in de middag over verschillende manieren van coaching, verschil tussen kritiek en feedback en interpreteren.

Met een leuke werkvorm laat annelies ons merken dat echt luisteren heel moeilijk is. Met de ogen dicht een rij van opdrachten uitvoeren. Je bent als mens gewent om zelf te denken en te interpreteren. Hierdoor waren niet alle resultaten van de mensen hetzelfde. Zeer duidelijk was te merken dat we toch de ontbrekende informatie van de opdrachten die annelies ons gaf zelf invullen. Een belangrijke les die Annelies ons wilde meegeven:
Niet Invullen Voor Een Ander

Daarna zijn we verder in gesprek gegaan over coachen. Met behulp van stemkastjes gaan we in gesprek over stellingen m.b.t. coaching. Feedback geven is niet zo makkelijk als het lijkt. De grens tussen feedback en kritiek is vaag. Want wat bedoelt kan zijn als feedback, kan ook worden ervaren als kritiek. Bij coaching is het vooral belangrijk om te luisteren, en de juiste vragen te stellen, zodat de gecoachte zelf tot een oplossing kan komen. Ook hiervoor heeft Annelies een mooie afkorting:

LSD => luisteren, samenvatten en doorvragen

Tijdens de oefening die we doen merken we weer dat het moeilijk is om goed samen te vatten, en niet dingen in te vullen. 

Leerstijlen
Bij coaching is het nuttig om rekening te houden met leerstijlen. In de theorie hadden we al een stuk gelezen over de leerstijlen van Kolb en de teamrollen van Belbin. Bij coaching is het nuttig om rekening te houden met de rol en stijl van de gecoachte. Omdat je dan rekening kan houden met de sterke kanten en valkuilen van iemand zijn. 

De teamrollen van Belbin waren nieuw voor mij. Volgens Belbin werkt een team het beste als je alle verschillende rollen in je team hebt. Alle rollen hebben verschillende kwaliteiten. Vindbaar op de site bij de afbeelding. Je kan jezelf  ook testen op die website, en dat heb ik ook gedaan. Daar komt groepswerker bij mij als hoogste eruit. Na het lezen van de omschrijving kon ik me daar wel in vinden. 
mijn teamrol volgens Belbin (site)


De leerstijlen van Kolb waren mij al bekend. Ik ben een doener. Volgens Kolb heb je een coach nodig die je helpt met de eigenschappen van de leerstijl die diagonaal tegenover jouw leerstijl staan te benutten. Dat betekent dat je een doener beter eerst kan laten nadenken, en dat een dromer iemand nodig heeft die helpt met het nemen van een beslissing.



Als leerkracht ben je coach . Je helpt de andere kinderen met hun werk. Je begeleid de kinderen met het samen werken in de klas. Maar ook op het gebied van intervisie met collega's. Jammer dat we hier maar 1 middag mee aan het werk zijn.

Masterpiece

overview van de studio - Marina (c)
We starten deze dag met het verkennen van de nieuwe studio in het gebouw van Lucas Onderwijs. Deze ruimte hebben we al eerder gebruikt tijdens onze lessen, in de oude opzet. Maar inrichting is nu een stuk ruimer en luchtiger. En ook de techniek is een stuk geüpgraded.

Heel stoer vond ik dat de twee schermen aan de wand hetzelfde weer kunnen geven als op het mobiele touch-screen. Daardoor hoeft niet iedereen op dezelfde plek te zitten om het verhaal te kunnen volgen. Leuk om te merken dat sommige mensen dit een niet prettig e manier om een uitleg te volgen.

Masterpiece

Koos heeft ons vandaag een uitleg gegeven over het maken van een "masterpiece". En gebruikte daarvoor een inspirerend filmpje. Bij de bijeenkomsten van Apple waar ik ben geweest, werd geregeld over deze man gesproken. De film was ondanks dat toch weer verrassend en inspirerend.


Sugata Mitra - school in the cloud - 2013 TED

Mooie gedachte uit zijn verhaal: in de Victoriaanse tijd werden op school kinderen geproduceerd die in de bureaucratische administratieve machine moesten kunnen functioneren. Ze moesten daarvoor drie vaardigheden leren: een goed handschrift, leesvaardigheid en vermenigvuldigen in het hoofd.
Voor de banen van nu zijn handschrift en vermenigvuldigen uit het hoofd niet meer noodzakelijk. Alleen lezen nog, maar ze moeten wel leren kritisch te lezen.

Sugata Mitra zegt eigenlijk dat er we moeten zorgen voor een school waarin de kinderen zijn voorbereid op hun baan in de toekomst. En ons onderzoek kan daar natuurlijk onze school een stuk mee helpen. Want wij moeten een onderzoek doen voor ons "masterpiece". Daarom stelde Koos ons een moeilijke vraag.
Na de film zijn wij in gesprek gegaan over wat goed onderzoek inhoud. Hoe je dit kan vormgeven voor je masterpiece. Samen met Tom en Judith ben ik in gesprek gegaan over onderzoek. We kwamen al snel tot de conclusie dat het voor ons belangrijk is dat je iets doet in de praktijk. En dat het nuttig is om te bekijken hoe je onderwerp op andere scholen spelen, en wat er al voor onderzoek al voor is gedaan. Veel "onderzoek" in je klas doe je omdat je ergens tegenaan loopt. Iets dat niet lukt. En dat is ook een logisch startpunt zijn voor je onderzoek. Na een tijd nuttige en onnuttige dingen besproken te hebben, zijn we ook nog even op het internet gaan struinen. Dit vulde onze bevindingen op de vragen van Koos een beetje aan.

Waarom doe je onderzoek op school?
Je doet een onderzoek omdat je in je praktijk ergens tegenaan loopt. Dit zorgt voor motivatie en noodzaak.

En hoe zet je dat op?
Je begint met een onderwerp te bedenken. Daarna ga je een onderzoeksvragen opstellen, en moet kan je een doel (smart) formuleren. Dit helpt je met je onderzoek af te kaderen.

Waar voldoet een goed onderzoek aan?
- literatuur wordt besproken, om je verhaal te onderbouwen, en om kennis van anderen te gebruiken.
- het onderzoek moet starten met een vraag uit de praktijk
- niet alleen verklaren, maar je bent op zoek naar een verbetering van je praktijk op jouw school (doel)
- de kennis moet beschikbaar zijn voor anderen
- doe een nulmeting, om goed de resultaten te kunnen meten.
- let op een APA bronvermelding (American Psychological Association) verwijs bij je citaten naar je bron.
- waardebepaling van je informatie; wat is interessant, betrouwbaar, hoort binnen je onderzoek, etc.


Mijn masterpiece

Deze dag heeft me wel al aan het denken gezet over mijn onderwerp.

Bij ons op school werken we met iPads en Mac computers in de klas. Dit doen we nu een ruim jaar, en ik denk dat de meeste leerkrachten in de school wel de iPads inzetten in de klas. Maar ik denk dat er meer uit te halen is, ook in mijn eigen lessen.

Hypothese:
De iPads worden nu voornamelijk gebruikt voor automatisering en beloning voor kinderen die snel klaar zijn tijdens lessen als rekenen, taal, e.d. Als de kinderen werken aan het thema wordt de iPad ook ingezet als informatiebron en tekstverwerker. 

Ik ben alleen wel reuze nieuwsgierig naar de specialisaties, omdat die ook mijn keuze misschien wel kunnen beïnvloeden.