We voeren deze dag veel discussie. Over gebruik van sociale media, webtools, tablets, laptops, enz hebben veel mensen een mening. En dat begint al welke tools onder welk kopje vallen. We praten dus over een aantal definities.
Een mobile device kan gebruikt worden op verschillende plaatsen. Hij kan makkelijk meegenomen worden, en heeft geen stekkers nodig om te kunnen functioneren. Dit zijn dus voornamelijk de smartphones en de tablets. Deze apparaten kunnen meestal maar een ding tegelijk, en zijn bedoelt als single user apparaat. 1 persoon kan het gebruiken, en meerdere apps tegelijk gebruiken is oorspronkelijk niet de bedoeling. De mobile devices werken meestal intuïtief, waardoor mensen er makkelijk mee kunnen werken. Het gebruiksgemak gaat voor een hele berg functies. De apparaten nodigen uit tot creativiteit en interactie met het apparaat. Voor veel van onze leerlingen zijn deze apparaten gewoon, dus is het logisch als je in het onderwijs hier op aansluit.
Als er wordt gesproken over goed onderwijs, lijkt het erop dat de tablet hiervoor gaat zorgen. Omdat door de toegang tot enorme hoeveelheden kennis de noodzaak voor kennisoverdracht wegneemt. Het aanleren van vaardigheden wordt belangrijker. Een aantal denkers over onderwijs zijn in deze documentaire te zien:
Het is leuk om dan te proberen de toekomst in te kijken. Hoe ziet onderwijs er over 20 jaar uit. Hebben nieuwe technologieën zoals de Google Glass en de iWatch ons onderwijs veel veranderd. Hebben ontwikkelingen als een pacemaker met internetverbinding en een ge-3D-printte nieuwe schedel ons leven veranderd? Dat is nog een beetje giswerk, maar het is duidelijk dat de toekomst er anders uit gaat zien. En het onderwijs heeft als doel kinderen voor te bereiden op de toekomst. Het Rathenau instituut doet onderzoek naar de effecten van die techniek die ons leven beïnvloed. Zij noemen het intieme technologie; technologie in en aan ons lichaam. Als je een les vormgeeft, kan je rekening houden met het TPACK-model (al eerder besproken). Een goede balans tussen doelen, werkvormen en de inzet van techniek zorgt voor lessen die interessant blijven, en kinderen die gemotiveerd zijn om te leren.
Bij het Rathenau instituut hebben ze het ook over de intieme technologie tussen ons. Dat omvat de communicatie tussen mensen, gebruik makend van technologie. Hiervoor zijn mobile devices natuurlijk uitermate geschikt. Deze apparaten kunnen met elkaar gegevens uitwisselen, zodat wij met elkaar kunnen communiceren. Social Media wordt dit ook wel genoemd. Bekende voorbeelden zijn Facebook, Whatsapp en Twitter. Maar eigenlijk zijn er legio varianten hiervan.
Het volgende discussiepunt was: wat valt er dan onder Social Media. Als je het hebt over de toepassingen die je kan gebruiken op internet, is het makkelijker samen te vatten onder web 2.0-toepassingen (Anderson, P. (2007) What is the web 2.0?)
In het basisonderwijs zijn veel apps te gebruiken, waar niet altijd de meerwaarde van het mobiele aspect worden gebruikt. Er zijn ook programma's die op zowel vaste als mobiele apparaten te gebruiken zijn. Als leerkracht is het belangrijk om de zoektocht naar de juiste app, de handige site, en een device te starten vanuit je leerdoel en je visie. Zoals bij het TPACK model aangegeven, moet de techniek passen bij de inhoud van de les. En is er in een les ook een pedagogisch plan nodig. Dat geeft je een kader om keuzes te maken. Want eigenlijk zijn er altijd verschillende keuzes te maken.
Dit geld ook voor welke vormen van Social Media je inzet voor communicatie naar leerlingen en ouders. Maak keuzes, en wees daar duidelijk in. Een protocol / beleid op welke manier de school naar ouders informatie geeft is zeker nuttig. Hierdoor schep je geen verkeerde verwachtingen, en maak je de kans dat je informatie ook bij de doelgroep aankomt het grootst.