Jeroen gaat van start over de veranderende rol van de leerkracht in het onderwijs. Door de industriële revolutie was een soort "gestandaardiseerde" kennisoverdracht nodig. De kinderen zaten in rijtjes, en leerden wat de leerkracht vertelt. Denk aan het opdreunen van rijtjes. Kennis was belangrijk, maar een eigen mening werd niet gestimuleerd. De leerlingen hebben de taak het tempo van de leerkracht bij te houden. De hiërarchische structuur (angelsaksisch) die we in de vorige bijeenkomst hebben besproken was toen echt van toepassing. De kinderen worden voorbereid op het werken in een fabriek. Waar gewoon je werk doen, niet nadenken en luisteren naar je meerdere gewenst is.
Maar dat is niet meer de tijd van nu. Kinderen van nu komen te werken voor een baas die andere dingen verlangt. De kinderen hebben 21st century skills nodig. Dit betekent dat de kinderen vaardigheden geleerd moeten worden, zoals je kunt zien in het model van kennisnet. Als leerkracht krijg je steeds meer in de rol van coach. Je begeleid het leerproces. Als leerkracht zorg je dan voor een veilige leeromgeving, heldere structuur, duidelijke regels en moet je de doelen duidelijk voor ogen hebben.
We spreken nog even over de ICT-geletterdheid van onze leerlingen. Kinderen zijn zeer goed in staat om tablets en computers te bedienen. Maar ze doen het liefst alleen maar spelletjes. Om goede informatie van internet kunnen halen, en kunnen controleren of een bron juist is, is voor de meeste leerlingen nog heel moeilijk. Dat is een vaardigheid die de kinderen moeten leren. En dat wordt geregeld onderschat.
We gaan deze dag met een vaardigheid verder aan de slag: Samenwerken.
Zo kan je samenwerkend leren succesvol maken in je lessen:
- positieve wederzijdse afhankelijkheid.
- individuele verantwoordelijkheid
- directe interactie (kennis, ideeën en meningen uitwisselen)
- kies als leerkracht een samenwerkingsvaardigheid uit om extra de nadruk op te leggen.
- evaluatie van groepsprocessen aan het einde van de les. Eerst met het groepje, maar ook daarna ook klassikaal.
Jeroen laat een aantal mogelijkheden voorbij komen waarbij ICT het samenwerken kan vergemakkelijken. Bijvoorbeeld met Google Drive (voorheen Google Docs). Vraag die hierbij gelijk opkomt is: Hoe doe je dat met jonge kinderen en een account/mailadres
Animatie
In de middag brand Quido los over animatie. Een animatie is een heel nuttige instructievorm als je een complex probleem wil uitleggen, en dit duidelijker kan maken met beelden. Of als je iets wil laten zien wat je niet kan filmen. Bijvoorbeeld omdat het (nog) niet bestaat. Of heel moeilijk op film is te krijgen. Meestal wordt in animaties gewerkt met simpele maar duidelijke afbeeldingen. Dat noem je infographics. Animatie zorgt ook voor dat gesproken woord, geschreven woord, beeld en beweging samenkomen. Hierdoor heb je een grotere doelgroep, en meer kans dat dingen beklijven.We krijgen een samenwerkingsopdracht. We moeten in een drietal een animatiefilmpje maken, met een onderwijs doel. Ik heb samen met Judith en Marleen samengewerkt.
In het begin merkten we dat het heel lastig is om een onderwerp voor een animatie te kiezen. Judith concludeerde dat het veel makkelijker zou zijn als je al een lesdoel hebt, dan dat je nu een lesdoel moet bedenken waarbij je animatie kan inzetten. We gebruiken daarvoor het programma i can animate 2 op een macbook, een webcam en knutselmaterialen.
We hebben als lesdoel lengte genomen. En de vaardigheid dat kinderen verbanden kunnen leggen tussen hun referentiemaat (hun eigen lengte) en die van andere dingen (de giraffe).
We hebben elkaars filmpjes bekeken. En daarna hebben we gesproken over de resultaten. Uit deze evaluatie kwamen een aantal handige puntjes om op te letten.
Onze animatie is rustig, en duidelijk. (en hij ziet er natuurlijk fantastisch uit)
De animatie hierboven is veel tijdsinvestering voor een les. Het zou al waardevoller kunnen worden door er een vervolgopdracht op in te verwerken.
Maar we leerden ook van de andere projecten:
- Denk in montage. Iedereen is al gewent om van strandpunt te wijzigen. Hierdoor hoef je niet altijd in een totaalshot te werken.
- Probeer animaties te gebruiken voor onderwerpen die vaker aan bod komen, en waardevol zijn om meerdere keren te bekijken.
- Denk met het maken van je storyboard goed na over wat je doel is van je animatie. Dit kan je helpen met je het halen van een beter rendement, en niet teveel dingen tegelijk laat gebeuren.
Hoe ging de samenwerking in ons groepje?
Eigenlijk verliep de samenwerking heel natuurlijk. Het bedenken van het onderwerp ging vlot, en we zijn na een paar krabbels op papier gelijk de figuren voor de animatie gaan tekenen. We hadden overleg over bijvoorbeeld de grootte van de voorwerpen. Dit was in verband met het doel wel essentieel. Drie poppetjes moesten even lang zijn als de giraffe. We gebruikten internet om te kijken wat de gemiddelde lengte van een giraffe was. Tijdens het tekenen had iedereen een taak. We hebben allemaal een paar dingen gemaakt. Tijdens het opnemen, heeft Marleen de foto's gemaakt, ik heb met Judith de plaatjes op de goede plek gelegd. Ik heb de teksten (op z'n kop) geschreven en Judith heeft nog een paar extra vormen gemaakt die tijdens het animeren bleken te ontbreken. En we waren precies binnen de tijd klaar.